Regisseur Hetty Naaijkens – Retel Helmrich bracht al tweemaal eerder zeer succesvolle films uit over het onderwerp Nederlands-Indië. Voor beide documentaires ontving zij de Kristallen filmprijs (10.000 bezoekers). Contractpensions geeft op schokkende, maar hilarische wijze een duidelijk beeld van de opvang van Indische Nederlanders in de jaren vijftig, toen zij gedwongen moesten terugkeren naar Nederland. In Buitenkampers wordt voor het eerst openhartig gesproken over de ervaringen van mensen die als kind buiten de kampen in Nederlands-Indië leefden, tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) en de daaropvolgende bloedige onafhankelijkheidsstrijd.
In de muzikale documentaire Klanken van Oorsprong, maken een aantal bekende Nederlands- Indische muzikanten voelbaar in hoeverre hun traumatische jeugd tijdens de Bersiap en onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië van invloed is geweest op hun muzikale carrière in Europa en daarmee op de popmuziek in het algemeen. De Indische Nederlanders hadden bij hun vertrek vanuit de juist onafhankelijk geworden nieuwe republiek Indonesië zonder uitzondering een zeer turbulente en traumatische periode achter de rug, omdat zij direct na de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog in diverse nieuwe ‘oorlogen’ belandden. Allereerst brak direct na de Japanse capitulatie, de Bersiap uit waarbij Indonesische nationalisten op bloedige wijze de macht in Nederlands-Indië grepen en veel slachtoffers maakten onder de Indische Nederlanders. Geschat wordt dat er in die periode meer dan 20.000 Indische Nederlanders zijn vermoord. Na de Bersiap-periode zond Nederland een leger van 100.000 dienstplichtige soldaten om Indië te heroveren. Deze krijgshandelingen werden door Nederland “Politionele acties” genoemd maar ontaardden in een complete koloniale oorlog. Tussen 1945 en 1962 repatrieerden/vluchtten meer dan 350.000 Indische Nederlanders naar hun oorspronkelijke vaderland: Nederland. Onder deze grote groep van Indische Nederlanders bevonden zich ook muzikanten en muzikanten in spé die vrijwel direct na aankomst in Nederland hun instrumenten oppakten en/of hun zangkunsten uitten. Nadat ze eerst schuchter in eigen kring of in hun Contractpension hadden gespeeld, kregen ze veel gehoor bij de dolenthousiaste Nederlandse jeugd, die na het zien van de film “Rock around the clock” met de muziek van de Amerikaanse muzikant “Bill Haley” een grote honger had naar Rock ‘n roll muziek. Diezelfde Rock ’n Roll muziek, die door de Hilversumse radiostations juist angstvallig werd gemeden. De Nederlands Indische muzikanten waren al erg vertrouwd met Amerikaanse muziek, doordat deze in Nederlands-Indië al vanaf hun vroege jeugd via diverse radiostations te horen was. De muzikanten konden de Afro-Amerikaanse ritmes al snel uitvoeren. Daarbij lieten ze duidelijk ook hun meegenomen oosterse klanken doorklinken. De bekendste Nederlands Indische band die toen optrad was “The Tielman brothers”, die met wervelende en spectaculaire optredens furore maakte. Al gauw had elke stad in Nederland wel een aantal Indische bands die vooral in de weekenden in allerlei clubs speelden. Omdat veel Nederlandse meisjes vielen voor de Indische jongens braken er met name in de grote steden, tussen de Indische jongens en lokale jeugd regelmatig ruzies uit die vaak escaleerden in straatgevechten waarbij veel gewonden vielen. Al gauw kregen de bands in de gaten dat er in Duitsland enorm hoge gages werden uitbetaald omdat de Joodse nachtclubeigenaren geen belasting hoefden te betalen vanwege de “Wiedergutmachung”. Zo speelden er een aantal Indobands in Hamburg die met the Beatles in aanraking kwamen. Veel Indische bands genoten met volle teugen van de enorme successen, de roem, grote auto’s en mooie vrouwen.
Nederlands Indische zangers en zangeressen zoals Anneke Grönloh en Ruud en Riem de Wolff van de Blue Diamonds stonden in Nederland maandenlang in de Top-10, verwierven enorme internationale roem en maakten tournees over de hele wereld. Anderen emigreerden met hun ouders naar de VS alwaar ze ook muziek bleven maken, zoals de wereldberoemde broers Eddie en Alex van Halen. Hoewel ze allen erg van elkaar verschillen en ieder zijn eigen verhaal heeft, kan er toch gesproken worden van een gemeenschappelijk gegeven: muziek als grootste uitlaatklep. Daarnaast hebben ze een gemeenschappelijke geschiedenis. Een geschiedenis van oorlogen, vluchten, opnieuw beginnen in een voor hen vreemd land, aanpassen, integreren, assimileren met een vleugje heimwee. Hierbij geeft eenieder zijn eigen invulling aan dat gevoel en gaat eenieder anders om met de verwerking van het opgelopen trauma en heimweegevoelens. Het is een geschiedenis die meer dan 350.000 Indische Nederlanders hebben meegemaakt en die ook van grote invloed is op de latere generaties Indische Nederlanders, zoals Ernst Jansz, oprichter van Doe Maar.